
Rapport Wennink: voorbeeld van omkering doel / middel?
23-12-2025 Jan Willem van de Groep

De suggestie is dat we met scherpere economische keuzes onze problemen kunnen oplossen. Minder mensen, meer productiviteit. Minder regels, meer ruimte. Minder inspraak, meer snelheid. Alsof de oplossing vooral zit in het herordenen van economische knoppen. Dat denken is een gemoderniseerde versie van een jaren negentig logica waarin economische optimalisatie wordt gepresenteerd als vooruitgang op zichzelf.
Binnen die logica wordt economie geen middel meer, maar het organiserend principe. Welvaart en welzijn worden impliciet verondersteld als automatisch gevolg. Echter, vrijwel alles wat van waarde is, laat zich nauwelijks vangen in productiviteit, groei of concurrentiekracht.
Het rapport lijkt bovendien vanuit te gaan dat schade acceptabel wordt wanneer elders genoeg waarde wordt gecreëerd. Maar veel verliezen zijn niet afkoopbaar of te vertalen in cijfers. We weten inmiddels waar dat denken toe leidt. Waar compensatie wordt beloofd, krijgen de verkeerde mensen te veel en de juiste mensen te weinig. Waar alles meetbaar moet zijn, verdwijnt het zicht op rechtvaardigheid. En waar snelheid en schaal de maat worden, wordt democratie al snel gezien als hinderlijke frictie in plaats van noodzakelijke correctie.
Vertalen we dat specifiek eens naar wonen dan kunnen we die niet scharen onder een productieve sector in klassieke zin. Het creëert geen export, maar stabiliteit. Het vergroot geen BBP, maar bestaanszekerheid. De waarde ervan zit in gezondheid, welzijn, sociale samenhang, veiligheid en continuïteit. Wie wonen uitsluitend beoordeelt op economische efficiëntie, zal altijd uitkomen bij versobering, verkleining en kostenminimalisatie. Juist kwaliteit, flexibiliteit en duurzaamheid maken wonen toekomstbestendig, verminderen latere maatschappelijke kosten en vergroten veerkracht. Dat is maatschappelijk rationeel, maar niet economisch optimaal binnen gangbare rekenmodellen.
Daarmee raakt het rapport aan een bredere spanning. Als economie het organiserend principe wordt, moeten maatschappelijke doelen zich verantwoorden in economische termen. Als welzijn het uitgangspunt is, mag de economie soms juist worden begrensd.
De echte vraag is dus waarvoor moet Nederland productiever worden. Voor welzijn, voor leefbaarheid, voor democratische legitimiteit, voor de gemeenschap.
Het rapport is wellicht sterk als diagnose van het middel, maar zwak in het expliciteren van het doel. Zonder die explicitering dreigt precies datgene waartegen het zegt te waarschuwen: een technocratische logica waarin scherpe keuzes worden verkocht als onvermijdelijk, terwijl ze in werkelijkheid normatief en politiek zijn.
Deel dit bericht
pageviews: 16
tinyurl:
link